New England Patriots heeft voor de zesde keer de Super Bowl gewonnen. De American-footballploeg won in Atlanta met 13-3 van Los Angeles Rams, de laagste score ooit in een Super Bowl.

Quarterback Tom Brady leidde zijn ploeg opnieuw naar de titel en is de eerste speler die de Super Bowl-ring voor de zesde keer in ontvangst mag nemen.

0:31

Zesvoudig Super Bowl-winnaar Brady: 'Het voelt geweldig om te winnen'

Coach Bill Belichick breidde zijn record uit naar zes eindzeges en de Patriots komen naast Pittsburgh Steelers met meeste Super Bowl-overwinningen.

Defensief sterk

Liefhebbers van spectaculaire plays en schitterende touchdowns kwamen niet aan hun trekken. Beide ploegen waren defensief sterk en konden aanvallend geen vuist maken.

De 41-jarige Brady wist nog wel het nodige terrein te winnen, vooral met dank aan Julian Edelman. Rams-quarterback Jared Goff slaagde er geen enkele keer in zijn ploeg in de buurt van een score te loodsen.

In het eerste kwart miste Stephen Gostkowski zijn eerste fieldgoal-poging maar in het tweede kwart zette hij de Patriots alsnog op voorsprong.

Vuurwerk

Nadat Maroon 5 in de halftimeshow letterlijk voor het meeste vuurwerk gezorgd had (het optreden zelf oogstte weinig applaus), trok Greg Zuerlein met een fieldgoal vanaf maar liefst 48 meter de stand gelijk.

Voor het eerst in de 53-jarige historie van de Super Bowl bleef een touchdown in de eerste drie kwarten uit. In het vierde kwart kwam die er alsnog. Brady vond met een fijne pass Rob Gronkowski, won veel terrein en zag even later Sony Michel de touchdown maken.

Los Angeles, dit seizoen geroemd om de aanval, probeerde het nog wel, maar kwam er niet doorheen en na een fieldgoal van Gostkowski was het duel beslist.

Edelman gekozen tot MVP

De Patriots wonnen de Super Bowl eerder in 2002, 2004, 2005, 2015 en 2017. Ze stonden voor de vierde keer in vijf jaar in de finale. Julian Edelman werd na afloop van de wedstrijd verkozen tot meest waardevolle speler.